[DDS][Persoonlijk][Post][Wie zijn hier][Index][Plein][Kaart]

1. INLEIDING

Na het initiatief tot een 'electronic super-highway' van de regering Clinton volgen ook in Europa de nota's elkaar in hoog tempo op. Meer en meer wordt naar het bestaande Internet gekeken als een voorloper van deze elektronische snelweg. Hoewel de digitale snelweg van de toekomst waarschijnlijk in weinig zal lijken op het huidige Internet, worden daar allerlei toepassingsvormen ontwikkeld en getest. Een van die toepassingsvormen is een Digitale Stad.

1.1 Elektronische snelweg
Reeds geruime tijd staat de komst van de 'informatiemaatschappij' op de publieke agenda. De laatste jaren lijkt er echter sprake te zijn van een stroomversnelling. De regering Clinton-Gore in de Verenigde Staten heeft de ontwikkeling van een 'National Information Infrastructure' (NII) hoog op de agenda gezet. In het Bangemann-rapport, dat is gericht aan de Europese Commissie, wordt een programma ontwikkeld voor de aanleg van een Europese 'Information-Superhighway'. Door een sterke verbetering van de (data)communicatie-infrastructuur, hogere snelheden, grotere opslagcapaciteit, dalende prijzen en de opkomst en koppeling van interactieve netwerktechnologie zal het gebruik van de informatie-infrastructuur in de nabije toekomst sterk toenemen.

1.2 Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen
In Nederland werd in de Troonrede van 1994 voor het eerst gesproken over een Nationaal Actieplan aangaande de zogenaamde 'digitale snelwegen'. In dit plan, dat werd gepresenteerd in december 1994, wordt het initiatief tot de digitale snelwegen voornamelijk overgelaten aan de markt. Het particulier initiatief zal moeten zorgen voor de aanleg en de toepassingsmogelijkheden van digitale snelwegen, de rol van de overheid blijft beperkt tot het reguleren (of dereguleren) van de randvoorwaarden. In het actieplan stelt de Nederlandse regering zichzelf de volgende taken:

- het verzekeren van een brede toegang tot de communicatiemedia en rijke, pluriforme informatiebronnen voor de hele samenleving. Dit komt tot uiting in het informatieverzorgings-, voorlichtings- en onderwijsbeleid en in een kwalitatief hoogstaand en gevarieerd aanbod via een sterke en herkenbare publieke omroep;

- ruimte te bieden voor initiatieven in de marktsector om investeringen te doen in netwerken en diensten, door een voortvarende aanpak van liberalisering en waar mogelijk deregulering van markten voor telecomdiensten en elektronische media;

- een nieuw kader te scheppen voor (zelf)regulering om heldere juridische voorwaarden vast te stellen rond niet op papier vastgelegde informatie. Daarbij spelen onder meer aspecten als intellectuele eigendomsrechten en privacy een rol;

- de positie van de overheid als grootverbruiker van informatie-(systemen) en telecomdiensten zo te organiseren, dat deze een stimulerende en richtinggevende invloed uitoefent op de ontwikkeling van elektronische snelwegen;

- versterking van de kennisinfrastructuur;

- het opzetten van een beperkt aantal richtinggevende voorbeeldprojecten in de markt- en openbare sector om een start te maken en ervaring op te doen met de ontwikkeling van de elektronische snelwegen.

In het Nationaal Actieplan wordt voorgesteld een wettelijk en materieel raamwerk te creëren dat een commercieel en bestuurlijk belangrijke infrastructuur van interactieve communicatie mogelijk maakt.

Als gevolg van de aandacht voor de elektronische snelweg en het daaruit voortvloeiende Nationaal Actieplan van de regering, besloot het Ministerie van Economische Zaken zelf het goede voorbeeld te geven. Begin 1995 heeft het ministerie een 'EZ-winkel' geopend op het Internet. In deze winkel is - 24 uur per dag - informatie beschikbaar voor ondernemers en andere geïnteresseerden over subsidieregelingen en Europese markeringsnormen voor industriële produkten. Tevens zijn er in de EZ-winkel discussiemogelijkheden en meningspeilingen over economische thema's zoals de winkelsluiting.

Sinds oktober 1994 is informatie van de Eerste en in beperkte mate van de Tweede Kamer beschikbaar in De Digitale Stad. In dit zogeheten 'Loket Parlement', beheerd door het Parlementair Documentatie Centrum, krijgt men alle gegevens over Eerste en Tweede Kamerleden en kan men tevens vragen stellen en commentaar leveren.

1.3 Sociaal-maatschappelijke gevolgen
In de internationale rapporten wordt niet alleen gesproken over de aanleg van de digitale snelweg, ook wordt veel aandacht besteedt aan de sociaal-maatschappelijke gevolgen die worden toegeschreven aan de komende 'digitale revolutie'. Dat daarbij weinig terughoudendheid wordt betracht blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat afkomstig uit het Europese Bangemann-rapport:

'This revolution adds huge new capacities to human intelligence and ... changes the way we work together and the way we live together.'

De ontwikkeling van de digitale snelweg zal volgens dit rapport onder meer gevolgen hebben voor de economische ontwikkeling, het niveau van het onderwijs, de Europese integratie, het functioneren van de democratie, de effi- ciëntie van publieke diensten, en zou zelfs kunnen leiden tot een verhoging van de algemene levensstandaard. De analyses van de mate waarin dergelijke gevolgen zich zullen mani- festeren, lopen op dit moment nog zeer uiteen en zijn in het algemeen vrij abstract. In het Bangemann-rapport wordt dan ook de behoefte uitgesproken aan praktische experimenten die meer inzicht kunnen geven in de toekomstige ontwikkelingen.

Uitgangspunt van de internationale rapporten als de Amerikaanse NII en het Europese Bangemann-rapport is de openstelling van de internationale data-infrastructuur voor iedereen. Niet alleen voor bedrijven, overheids- en onder- wijsinstellingen maar ook voor de totale particuliere sector. In het Nationaal Telecommunicatie Initiatief van de CAPT, een adviescommissie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, wordt gewezen op het gevaar van een tweedeling tussen aangeslotenen en niet-aangeslotenen.

De rapporten aangaande de bouw van de elektronische snelwegen zijn gericht op de voorwaarden voor aanleg en vooral gebruik van de nieuwe data-infrastructuur en op de partners die daarin zullen participeren. Over de inhoudelijke architectuur van de infrastructuur bestaat nog weinig duidelijkheid; over het wensen- en behoeftenpatroon van de toekomstige consumenten is zo mogelijk nog minder bekend. Als het gaat om de activiteiten die op de elektronische snelweg zullen worden verricht, worden ook nadere studies en 'pilot-projecten' aangekondigd. Belangrijk is dat men daarbij aansluit op reeds bestaande projecten. Hoewel de digitale snelweg van de toekomst naar verwachting nauwelijks zal lijken op het huidige Internet, worden daar momenteel diverse toepassingsvormen ontwikkeld en getest. Een van die toepassingsvormen is De Digitale Stad.

1.4 Internet
In de discussie over de elektronische snelweg wordt het bestaande Internet steeds meer op de voorgrond geplaatst. Onlangs merkte Al Gore in dit kader op: 'I consider the Internet as the prototype of the electronic superhighway'. Het huidige Internet is in feite een wereldwijde koppeling van computernetwerken (een netwerk van netwerken) die zich vrijwillig aan dezelfde standaard houden. Met recht kan het Internet een wereldomvattend computernetwerk worden genoemd. Het Internet heeft een aantal unieke kenmerken, waaronder de afwezigheid van een centrale autoriteit. In de loop der jaren hebben naast academische instellingen steeds meer bedrijven en organisaties zich aangesloten. Een laatste fase in deze ontwikkeling is het snel groeiende aantal particuliere gebruikers van het netwerk. In Noord-Amerika speelde dit proces zich veel eerder af dan elders in de wereld, waardoor aldaar maatschappelijke initiatieven, zoals bijvoorbeeld de Free-Nets, eerder van de grond kwamen (Cleveland Free-Net, 1986).

1.5 Internet in Nederland
In Nederland begon SURFnet in 1989 met het aanbieden van Internet-toegang aan academische instellingen, hogescholen en research-instellingen van het bedrijfsleven. Vanaf januari 1995 kan SURFnet haar diensten ook aanbieden aan andere onderwijsinstellingen (lager- en middelbaar onderwijs en instellingen voor beroeps- en volwasseneneducatie). De Stichting NLnet richt zich met Internetdiensten - sinds 1989 - met name op de markt van bedrijven (SURFnet mag deze markt niet bedienen). NLnet krijgt op dit vlak in 1995 concurrentie van met name Unisource.
Het gebruik van het Internet door particulieren werd mogelijk vanaf mei 1993, toen het eerste inbelpunt gerealiseerd werd door de Stichting Xs4all (toen nog Stichting Hacktic Netwerk). In een aantal plaatsen bieden bedrijven inmiddels particulieren tegen betaling toegang tot het Internet. Nieuwe grote aanbieders op de commerciële markt zullen toegang tot het Internet aan gaan bieden (Planet Internet/PTT Multimedia, IBM), terwijl ook een kleinere aanbieder als Stichting Xs4all haar vleugels uitslaat naar andere strategi- sche basistariefgebieden (Zoetermeer, Maarssen).

1.6 Exponentiële groei
Het Internet maakt momenteel een exponentiële groei door. Volgens een telling van de NSF (de Amerikaanse National Science Foundation) waren in december 1994 ruim 4 miljoen 'hosts' op het Internet aangesloten. Het aantal gebruikers ligt een factor 3 tot 10 hoger (de berekeningen op dit gebied variëren nogal), hetgeen een geschat aantal gebruikers oplevert van rond de 20 miljoen. Indien een gelijke telling wordt gehanteerd voor Nederland dan zijn er op dit moment in Nederland met ongeveer 62.000 aangesloten 'hosts' ongeveer 185.000 tot 620.000 gebruikers (moeilijk te schatten: minimaal factor 3 maximaal factor 10). Ongeveer 80% van de hosts in Nederland betreft academische en research-instellingen die bij Surfnet zijn aangesloten.<p>1.7 Succesfactoren
Een belangrijke succesfactor van het Internet is de combinatie van informatie en communicatie. Het Internet functioneert, in tegenstelling tot de meer traditionele vormen van communicatie, niet alleen van persoon tot persoon (zoals de telefoon), of van één naar velen (radio en televisie), maar heeft ook een 'many-to-many' karakter (zie afbeelding 1). Iedere informatie-ontvanger is tegelijkertijd ook informatieproducent. Een bericht geplaatst in een nieuws- groep, of op een mailing-list kan in principe vrijelijk door alle Internet-gebruikers worden bekeken.

[Afbeelding 1]

Belangrijk is ook de academische traditie en decen- trale structuur van het Internet. Op het Internet vindt kennisontwikkeling niet op één plek in de wereld plaats, maar op tienduizenden plaatsen tegelijk. Deze kennis wordt vervolgens gemeenschappelijk gedeeld waarbij het net zelf als medium gebruikt wordt. De combinatie van factoren leidt tot een zeer snelle technologische ontwikkeling van het Internet.

1.8 De Digitale stad
De Digitale Stad heeft vanaf het begin aansluiting gezocht bij de technologie en de dynamiek van het Internet. De plaatsing van De Digitale Stad in de ontwikkelingen rond Internet en de digitale snelweg in het algemeen is belangrijk omdat De Digitale Stad voortbouwt op de open structuur van dergelijke netwerken. Het concept van De Digitale Stad is niet gesloten, maar volgt de dynamische ontwikkelingen van het Internet. Een voorbeeld daarvan is de overstap naar een grafische interface. Steeds meer applicaties op het Internet gebruiken een grafische interface. Een dergelijke interface maakt de beschikbare diensten niet alleen aantrekkelijker, maar ook eenvoudiger ('point-and-click') te bedienen.

1.9 Toekomst
Op het Internet zijn inmiddels radio-uitzendingen beschikbaar die men naar de eigen computer kan halen, er zijn experimenten gedaan met live televisie-uitzendingen op het net en er zijn softwarepakketten ontwikkeld waarmee op een technisch eenvoudige manier videoconferencing kan worden gerealiseerd via het Internet. Een voorlopig knelpunt hierbij is de bandbreedte. Digitaal geluid en bewegend beeld betekenen grote hoeveelheden data, waardoor de verbinding die men heeft met het Internet een grote transmissiecapaciteit vereist. Een gewone telefoonverbinding voldoet hier voorlopig nog niet aan.

In de toekomst zal de datacommunicatie, die momenteel via het telefoonnetwerk verloopt, wellicht via andere media plaats kunnen vinden. Een integratie van het televisie- en telefoonnetwerk behoort bijvoorbeeld tot de mogelijkheden. In Nijmegen en Wageningen vinden experimenten plaats om Internet via de kabelinfrastructuur aan te bieden. Dergelijke ontwikkelingen zullen door De Digitale Stad op de voet worden gevolgd. Er wordt niet bij voorbaat vanuit gegaan dat de bestaande standaarden definitief zijn vastgelegd. Daarmee krijgt het innovatieve en open karakter van De Digitale Stad een extra dimensie.