9.1 Participatie en digitale voorposten
In de beginfase van De Digitale Stad is een enquête
georganiseerd onder de bewoners, teneinde een profielschets te
kunnen maken. Dit bewonersprofiel had een nogal eenzijdig
karakter. In De Digitale Stad wonen vooral jonge mannen met
een hoge opleiding, vaak nog studerend of werkzaam in de
particuliere- of overheidssector en met een grote interesse
voor en vaardigheid in het gebruik van informatie- en
communicatietechnologie. Vrouwen, ouderen en lager opgeleiden
bleken sterk ondervertegenwoordigd in De Digitale Stad.
De Digitale Stad verkeerde in het eerste jaar nog in een
experimentele fase, waarin vooral 'early adapters' zich op het
netwerk begaven. Bij vergelijkbare systemen in de Verenigde
Staten blijkt dat het gebruikersprofiel in de loop van de tijd
aan verandering onderhevig is en meer evenwichtig van aard kan
worden.
Toch is het van belang de ontwikkelingen niet passief af te
wachten. In Amsterdam is het plan ontwikkeld voor zogenaamde
'digitale voorposten'. Op diverse plekken in de stad worden
terminals ter beschikking gesteld aan verenigingen,
buurthuizen of instellingen, zodat De Digitale Stad aldaar
actief kan worden gebruikt voor educatieve doeleinden. De
centrale figuren op deze plek krijgen onderricht in het
gebruik en kunnen de communicatiebehoeften van de vereniging,
buurthuis of instelling omzetten in de praktijk.
Ervaringen die eerder zijn opgedaan in het Centrum van Ouderen
'Flesseman', waar enthousiast werd gereageerd op de komst van
een publieke terminal, laten zien dat intensieve begeleiding
van dergelijke terminals een noodzakelijke voorwaarde is. Het
terminalproject in de 'Flesseman' is stopgezet omdat er geen
permanente begeleiding mogelijk was. Binnen de organisatie
waar de publieke terminal wordt geplaatst, moet iemand
verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor actieve
stimulering en ondersteuning bij het gebruik van de termi-
nals.
9.2 Anonimiteit
De gebruikers van De Digitale Stad zijn bij de aanvraag van
een account (bewonersstatus) verplicht een aantal
persoonsgegevens naar waarheid in te vullen zodat het in
principe niet mogelijk is anoniem handelingen te verrichten of
uitspraken te doen in de verschillende discussiefora. Toch is
het eenvoudig om bij de aanvraag van een account een valse
naam of adres op te geven. De verificatie van deze gegevens is
tijdrovend en ingewikkeld.
Free-Nets laten gebruikers eerst een 'User-Agreement'
ondertekenen die men per post moet toesturen. Pas bij
ontvangst van dit formulier wordt een account geactiveerd.
Deze procedure kan voor veel personen een drempel opwerpen om
deel te nemen.
De Digitale Stad heeft tot dusverre het verlagen van de
drempel om deel te nemen laten prevaleren boven een volledig
sluitende verificatie.
9.3 Democratie in een digitale stad
Bewoners van De Digitale Stad stellen de vraag op welke wijze
zij invloed kunnen uitoefenen op het beleid van de stad. De
stadsmetafoor leidt als snel tot analogieën met de gewone
stad en dringt het beeld op van een gemeenteraad met burge-
meester en wethouders. De inbreng van een systeembeheerder die
met een druk op de knop de gehele stad 'uit' kan doen geeft
aan dat een digitale stad toch een ander fenomeen is. Dat
neemt niet weg dat een gemeenschapsnetwerk recht moet doen aan
de wensen van haar gebruikers.
De Digitale Stad heeft de afweging gemaakt om deze
'democratisering' stap voor stap in te voeren, maar tevens een
belangrijk deel van het beleid bij het stichtingsbestuur te
houden. Bewoners kunnen nu deelnemen aan stemmingen over
nieuwe discussiegroepen. In de loop van 1995 kunnen de
bewoners iemand afvaardigen naar de Raad van Advies. Er vinden
ieder kwartaal bewonersbijeenkomsten plaats.
De bewoners geven het duidelijkst vorm aan De Digitale Stad in
de activiteiten en gebouwen die op hun initiatief tot stand
komen. Verzoeken tot ondersteuning worden, binnen de
mogelijkheden, zo veel mogelijk gehonoreerd.
9.4 Communicatie met bewoners
Een van de zaken die de initiatiefnemers van De Digitale Stad
zeer hebben onderschat is de hoeveelheid tijd die het vraagt
om met de bewoners te communiceren. Niet alleen op het niveau
van de helpdesk (daar is een aparte voorziening voor
getroffen), maar ook op het gebied van de publieke fora en de
individuele aandacht die bewoners vragen. Gezien de
inspanningen die een klein team van mensen moet leveren om een
Digitale Stad zowel technisch als inhoudelijk te ontwikkelen,
dreigt dat onderdeel snel onderbelicht te raken. In de
Verenigde Staten zijn voorbeelden van systemen waarbij
speciale communicatie-redacteuren zijn aangesteld om te
participeren in de publieke fora. In De Digitale Stad is door
bewoners de komst van een Ombudsman geopperd.
9.5 Discussie-fora
Binnen De Digitale Stad worden over allerlei onderwerpen
discussies gevoerd. Deze discussies zijn zeer verschillend van
aard. Enerzijds worden er constructieve discussies gevoerd,
anderzijds ontstaan er ook agressieve en zelfs hier en daar
zeer onprettige persoonlijke discussies. Dit verschijnsel
staat op het Internet bekend als 'flaming', naar de digitale
vlammenwerpers die de deelnemers aan de discussie in de
aanslag hebben. Digitale discussies hebben een eigenheid die
het mogelijk maakt steeds direct te reageren op berichten die
op het scherm verschijnen. In die zin lijkt het op een
werkelijke discussie tussen personen. De bijdragen die de
discussianten leveren worden echter opgeslagen en zijn voor
iedereen leesbaar en herleesbaar. De digitale discussie
combineert daarmee de vluchtigheid van een 'face-to-face'
discussie en de eeuwigheid van een briefwisseling. Dat
creëert een dynamiek die eenvoudig kan leiden tot 'flame-
wars'. Dergelijke 'flame-wars' hebben meestal een looptijd van
één à twee weken, en eindigen vaak met
het verzoek van bewoners die niet direct betrokken zijn bij de
discussie, om de discussie te beëindigen of via e-mail
voort te zetten.
De Digitale Stad heeft er voor gekozen niet zelf actief in te
grijpen. De Net-etiquette, die op het Internet ontwikkeld is,
zal gedragen moeten worden door de bewoners van De Digitale
Stad en kan niet van boven af afgedwongen worden.
Een verantwoordelijkheid die De Digitale Stad wel neemt is het
ontwikkelen van nieuwe communicatie-typen die recht doen aan
de diversiteit van de bewoners. De op het Internet over het
algemeen gehanteerde netnews-methode is voor sommigen een te
anonieme en onveilige vorm van communicatie. Om die reden
worden er besloten discussiegroepen gecreëerd, wordt er
gexperimenteerd met gemodereerde nieuwsgroepen en worden
vormen van vraag en antwoord ontwikkeld.
9.6 Aansprakelijkheid
Een cruciale vraag op het Internet en binnen De Digitale Stad
is wie er verantwoordelijk is voor de activiteiten die
daarbinnen worden ondernomen. In de 'User-Agreement' van de
Free-Nets ondertekenen de gebruikers een verklaring, waarin
zij de volledige verantwoordelijkheid nemen voor de uitspraken
en handelingen die zij binnen het Free-Net doen. In De
Digitale Stad wordt men geacht notie te hebben genomen van de
spelregels waarin deze clausule verwoord is. Dat neemt niet
weg dat in de Verenigde Staten processen zijn aangespannen
tegen netwerkbeheerders in verband met vermeende onwettelijke
praktijken. In Nederland zijn vergelijkbare rechtszaken
aangespannen tegen Bulletin-Board houders.
9.7 Vrijheid van meningsuiting
De vrijheid van meningsuiting voor gebruikers is een groot
goed. Toch rijst regelmatig de vraag tot hoever die vrijheid
van meningsuiting moet gaan. Duidelijk is in ieder geval dat
de grenzen van de wetgeving nooit mogen worden overschreden.
In de meeste Free-Nets en ook in De Digitale Stad is de
afspraak gemaakt dat het ter beoordeling van de leiding is of
iemand de spelregels heeft overtreden en of daartegen sancties
nodig zijn (die sanctie kan bestaan uit het tijdelijk
ontzeggen van de toegang tot het systeem of tot het opheffen
van de account van de gebruiker). In De Digitale Stad is een
beschermingsconstructie tegen willekeur ontworpen: bewoners
kunnen het besluit van de leiding om een bewoner de toegang
tot het systeem te ontzeggen in stemming brengen en eventueel
via een democratische procedure terugdraaien.
9.8 Privacy
Een belangrijke discussie op de digitale snelweg en in De
Digitale Stad is de handhaving van de privacy van de
gebruikers. De persoonsgegevens van gebruikers worden op een
elektronisch systeem als De Digitale Stad veelvuldig
opgeslagen. Het is daarnaast zeer eenvoudig om alle
handelingen die door individuele gebruikers worden verricht te
registreren in een 'log-file'. De juridische vraag is of dit
toegestaan is, zonder bijvoorbeeld de gebruiker daarvan op de
hoogte te stellen. Het belangrijkste juridische
aanknopingspunt in Nederland is de Wet Persoonsregistraties.
Op grond van deze wet hebben diegenen die zijn opgenomen in
een persoonsregistratie bepaalde rechten, zoals het recht op
verbetering en aanvulling van de persoonsgegevens. Aan de kant
van de houder bestaat onder andere de plicht om zorg te dragen
'voor de nodige voorzieningen van technische en
organisatorische aard ter beveiliging van een
persoonsregistratie tegen verlies of aantasting van de
gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of
verstrekking daarvan' (artikel 8 Wpr). Tevens is de
verstrekking van persoonsgegevens aan derden geregeld.
9.9 Auteursrecht en intellectueel
eigendom
Op het Internet vervaagt het idee van intellectueel eigendom.
Bestanden die op het net worden geplaatst kunnen door een
onbeperkt aantal gebruikers worden opgevraagd, vermenigvuldigd
en bewerkt. Het onderscheid tussen een origineel en een kopie,
dat voor traditionele informatiedragers zeer duidelijk was,
wordt door de digitale gegevensoverdracht zeer diffuus. Er
bestaat weinig duidelijkheid over het intellectuele eigendom
van artikelen en zelfs boeken die op het Internet verschijnen.
Een digitale stad zal zich rekenschap moeten geven van de
wetgeving die op dit terrein in de komende jaren wordt
ontwikkeld.
9.10 Encryptie en beveiliging
Het berichtenverkeer op het Internet is momenteel nog niet erg
betrouwbaar. Er bestaat nog geen eenvoudig systeem van
elektronische identificatie (elektronische handtekeningen),
dat de schrijver van een bericht definitief kan identificeren.
Wel bestaan er software-programma's als PGP
(Pretty-Good-Privacy) die een bericht kunnen coderen en
koppelen aan de identiteit van een gebruiker. Echter in de
praktijk blijkt voor het gebruik van dit programma een grote
vaardigheid in computertechnologie vereist. Zonder dergelijke
beveilingsmethoden zijn de bewoners van een digitale stad
sterk afhankelijk van de kwaliteit van de beveiliging van het
systeem. Een systeembeheerder zal daar, zeker in de
initiële fase, veel aandacht aan moeten besteden. De
landelijke overheid bereid momenteel wetgeving voor met
betrekking tot encryptie.
9.11 Toegankelijkheid van het systeem
Het is moeilijk in te schatten hoe groot de vraag is en
hoeveel telefoonlijnen er beschikbaar moeten zijn. Inmiddels
is het aantal lijnen van De Digitale Stad uitgebreid tot
veertig. Toch is er nog regelmatig sprake van filevorming voor
De Digitale Stad. Met de komst van de nieuwe grafische
interface is daar een probleem bijgekomen. Het ophalen van
grafische informatie geeft een grote belasting op het
computersysteem. Het gevolg is dat de afhandeling van de
commando's traag verloopt. Tijdige uitbreiding van het aantal
telefoonconnecties en hardware kan dergelijke problemen
voorkomen. De paradox is dat hoe succesvoller het project
verloopt, hoe meer er genvesteerd moet worden in de
apparatuur. Dekking voor de daar bij behorende kosten zijn
vaak niet op korte termijn te vinden.
9.12 Publieke terminals
De publieke terminals worden in Amsterdam zeer intensief
gebruikt. De terminals bevatten gevoelige apparatuur en zijn
zeer onderhoudsintensief. Terminals die de grafische versie
van De Digitale Stad kunnen tonen zijn nog kwetsbaarder.
Terminals in semi-openbare ruimte vragen om een goede
behuizing en intensief onderhoud.
9.13 Nederlandstalige interface
Veel applicaties voor het Internet zijn Engelstalig. Om
consistentie te behouden heeft De Digitale Stad er voor
gekozen de commando's te handhaven, maar de functies te
vertalen.