Gepubliceerd in de Volkskrant van dinsdag 3 juni 2003 Onlangs werd ik gebeld: 'Hallo met Karin, bel met de Verenigde Staten voor 1 eurocent per minuut, bel 0900-....' Dat werd drie keer herhaald en toen werd de verbinding werd verbroken. Telefoonspam op de vaste lijn, het bestaat nu dus ook in Nederland. Na e-mailspam en SMS-spam en de al bekende telemarketeers worden we nu dus ook geautomatiseerd belaagd met aanbiedingen via de telefoonlijn. Het kost de afzender weinig in vergelijking met adverteren in de massamedia en de aandacht van de geadresseerde is maximaal. Als er een paar duizend mensen op de aanbieding ingaan kan het al uit voor de afzender, ook al verspil je ondertussen de kostbare tijd van miljoenen anderen, veroorzaak je veel ergernis en wordt een communicatiemedium onbruikbaar gemaakt. Op den duur wordt het namelijk onmogelijk om mensen te bellen bij wie je niet met je telefoonnummer op een 'witte lijst' staat. De telefoon met nummerherkenning filtert bekenden eruit en negeert onbekende nummers. Zo is het nu al steeds moeilijker om rechtstreeks te mailen met mensen en organisaties als je niet een bekende bent. Men verschuilt zich voor spammers achter websites met vragenformulieren en nep e-mailadressen. Het spammen is een gevolg van het grotere aanbod aan informatiekanalen. Het is voor adverteerders niet alleen duur, maar ook praktisch onmogelijk geworden om iedereen te bereiken. Men kijkt niet langer massaal naar ˇˇn televisiekanaal tijdens prime-time, maar men kijkt naar andere kanalen of stopt tijd in andere media die er vroeger niet waren: video, DVD, GSM, SMS, e-mail, het web of men stapt in de automobiel op zoek naar vertier buiten de deur. Door de 'ontlezing' is het ook niet mogelijk om met een enkele advertentie in de nationale kranten de consumenten te bereiken. De gratis kranten die in het openbaar vervoer uitgedeeld worden komen daar uit voort, maar daar bereik je de automobilisten weer niet mee. Dus wordt hun uitzicht vanaf de snelweg dichtgemetseld met billboards en zit de hele FM-band vol met commercials met af en toe wat muziek of informatie ertussen door. Maar doordat automobilisten in toenemende mate actuele verkeersinformatie op een schermpje binnenhalen en de muziek vanaf CD gaan luisteren wordt ook daar de consument onbereikbaar voor adverteerders. De enige oplossing voor de adverteerder is om de consumenten rechtstreeks, persoonlijk, liefst geautomatiseerd informatie op te dringen. Bijvoorbeeld met genoemde spammethodes, maar ook met een vestiging van elke keten in elk winkelcentrum, zodat er geen ontsnappen mogelijk is, waar men ook winkelt. In menig winkelstraat wordt je ook aangeklampt door uitzendkrachten om aandacht te geven aan een nieuw product. Bepaalde merken beginnen zelfs al eigen merkwinkels, cafˇs of andere plekken waar niet meer te ontsnappen is aan die merknaam. Met een steeds groter aantal verschillende producten op de markt is de kans dat een aanbieding als geroepen komt navenant kleiner. De gevechten voor een goed plekje in de supermarkt blijven voor ons onzichtbaar, maar de supermarkten weten de leveranciers wel uit te persen zodat de marges kleiner worden en schaalvergroting voor de leveranciers noodzakelijk is om te overleven. Waar weer meer marketing-geweld voor nodig is, meer spam. Producten die kleinschalig, lokaal, onbekend, milieubewust, ambachtelijk en gezond zijn kunnen zich zo geen plekje in de schrappen van de supermarkt meer veroorloven. De schadelijke effecten van die grootschaligheid op ons voedsel haalt regelmatig de voorpagina. Heel veel wantoestanden zijn zo uiteindelijk terug te voeren op de schaarste van aandacht van consumenten. We willen met rust gelaten worden. Als we iets nodig hebben dan zoeken we het wel op. Hier ligt een taak voor de staat. De staat was en is er in de eerste plaats om de burgers te beschermen tegen geweld. Geweld van andere staten en geweld tussen burgers onderling. Het is tijd dat de staat een 'recht om niet te worden ge•nformeerd' tot grondrecht maakt. Daarmee kunnen burgers beschermd worden tegen het geweld van (internationale) ondernemingen die onze aandacht willen, maar ook voor burgers die aandacht willen van andere burgers. Reclame en spam behoort dan tot het verleden. Commerci‘le televisie wordt betaaltelevisie en de publieke omroep is niet meer op kijkcijfers gefixeerd. Dit hoeft ons kapitalistisch systeem op geen enkele manier te bedreigen, daar is het flexibel genoeg voor. De consumenten blijven informatie nodig hebben, alleen nu zullen we die informatie zelf op gaan zoeken, wanneer het ons schikt. Informatie-intermediairs zoals journalisten, winkelbediendes of onafhankelijke vergelijkende websites en keurmerken zijn dan de aangewezen personen en autoriteiten op de markt die in staat zijn om ons goed te informeren. Maar ook burgers onderling kunnen elkaar helpen door te vertellen over goede producten. De prijzen van producten zullen er niet lager door worden, maar de kwaliteit van ons leven en van de producten zelf wel. Hard schreeuwen en aandacht kopen is niet langer de methode om je te onderscheiden met je producten. Niet langer rennen wij als consumenten murw gebeukt door spam en reclame als zombies door de commerci‘le wereld terwijl we wat bekende of vertrouwde merken meegrissen om ons zo snel mogelijk weer terug te kunnen trekken in de privacy van ons reclame- en spamvrije privˇdomein. Nee, consumeren wordt dan weer leuk omdat we op jacht moeten en vragen moeten stellen en onderling moeten discussi‘ren over de producten die we consumeren, zoals de kritische nerds op internet, die zich met slimme technologie afsluiten voor reclame en spam, dat nu al doen. Dat mag niet voorbehouden blijven aan een elite, de staat moet dit tot norm maken in onze samenleving. R. Rustema is docent internetgeschiedenis- en cultuur