Maandag 8 januari het eerste college Internationale communicatie van Cees Hamelink:

als RTF document, klik hierop en deze tekst wordt automatisch als tekstdocument op je harde schijf gezet. Maak het daarna open met WordPerfect of "Microsoft Word"...

Hij begon met een grap:

Ted Turner komt bij God en vraagt: "wanneer zal CNN in *alle* landen ter wereld te zien zijn?" God: "Oh, pas over 150 jaar"

Turner: "Wat vreselijk, ik zal nooit lang genoeg leven om dat mee te kunnen maken!" Bill Gates komt bij God: "wanneer zal iedereen op aarde Microsoft software gebruiken en via Microsoft aan het internet zitten?" God: "Oh, pas over 100 jaar"

Gates: "Wat vreselijk, ik zal nooit lang genoeg leven om dat mee te kunnen maken!" Boutros Boutros Gali komt bij God: "Wanneer zal de internationale communicatie vrede op aarde gemaakt hebben?" God: "Wat een vreselijke vraag, ik zal nooit lang genoeg leven om dat mee te kunnen maken!"

Er zijn een aantal termen waarover eerst overeenstemming moet zijn: internationaal, globaal en wereld.

Internationale communicatie, impliceert communicatie tussen naties. Staten zijn actoren. Nou, dat is al sinds decenia niet meer het geval. In dat verband moet je een aantal organisaties onderscheiden - IGO's International Governemental Organisations - INGO's International Non-Governemental Organisations. En daarvan zijn er ook weer 2: Public interest International Non-Governemental Organisations (PINGO's) en Business International Non-Governemental Organisations (BINGO's).

Global, zoals Howard Frederich schrijft. Dat is niet de hele wereld, toch voornamelijk de ontwikkelde landen. De helft van de wereldbevolking heeft nog nooit een telefoongesprek gevoerd, laat staan een internationaal gesprek.

Dus de Wereld is in veel gevallen voornamelijk de westerse, ontwikkelde wereld. Er zijn in ieder geval wel meer actoren dan alleen de staten.

Maar wat voor transacties vallen onder communicatie? Informatie in brede zin: Amusement, reclame, etc. alles. Welke vragen stel je daarbij?

A. De inhouden (wat wordt vervoert)

B. De Deelnemers (wie, actoren)

C. De Voertuigen (hoe)

D. De Bedoelingen (waarom)

E. De Effecten

F. De Regels

A. Nieuws, entertainment, reclame, diplomatie, en wat heel sterk opkomt is de datacommunicatie tussen computers, maar vooralsnog is het grootste gedeelte spraak.

B. In toenemende mate commerciele deelnemers (door privatisering zijn voorheen staatsbedrijven namelijk ook commerciele actoren geworden).

C. In het midden van de 19e eeuw stuurde Julius Reuter de beurskoersen met postduiven tussen Parijs en London heen en weer. Dat heeft natuurlijk zijn beperkingen :-) Toen de electrische technieken opkwamen werd het betrouwbaarder en ook op grotere schaal toegepast. Maar pas sinds het midden van de 20e eeuw is het echt massaal geworden dankzij voornamelijk satelieten en computers.

D. Het overgrote deel is propagandistisch van aard, persuasieve communicatie. Politiek, commercieel of religieuse. Onderschat vooral ook dit laatste niet.

E. Conflicten, oorlogen kunnen het gevolg zijn maar conflicten kunnen ook beslecht worden door internationale communicatie. Er kunnen ook culturele effecten zijn, denk aan de cultureel imperialisme theorie.

De internationale communicatie bestaat pas georganiseerd rond 1500 met het ontstaan van spionagediensten van de verschillende koningen die elkaar bespioneerden. In de 16e eeuwe de handelslieden (Venetie). De 17e eeuw de kerk (reli-propaganda) met speciaal daarvoor opgerichte trainingsinstituten... 18e eeuw de wetenschap. Dan de eerste echte wetenschappelijke tijdschriften van betekenis. 19e eeuw, het internationale nieuws en dan ontstaan ook de huidige persbureaus. 20e eeuw, voornamelijk na WOII door: - technologische ontwikkelingen

politieke ontwikkelingen

economische ontwikkelingen

Denk aan de koude oorlog en hoeveel internationale communicatie dat opleverde. Vooral propaganda. De CIA en KGB.

Daarnaast ook een groei van de wereldhandel. Internationale ondernemingen en dan voornamelijk de toenamen in de diensten sector, financiele diensten bijvoorbeeld. Nu maakt dat zo'n 30/40% van de wereldhandel uit.

I Onderscheidt de volgende typen van verkeer:

verkeer van goederen

verkeer van diensten

verkeer van mensen

verkeer van informatie

II Van fysiek naar verbaal conflict

III communicatie en de wereldeconomie

IV Werelddorp

ad I. Het verkeer van goederen, diensten en mensen is onmogelijk zonder het verkeer van informatie. Bijvoorbeeld: zonder 30.000 mededelingen aan boord gaat geen enkele Boeing de lucht in.

ad II. Het politieke klimaat is veranderd. Ondanks wat de beelden van slachtingen in Ruanda bijvoorbeeld doen geloven zijn de meeste conflicten tegenwoordig meer een zenuwenoorlog. De Koude Oorlog bijvoorbeeld is nooit een 'warme oorlog' geworden, hoe vaak het ook bijna op het randje was. Een goed voorbeeld van een propaganda oorlog is de Golfoorlog, er zijn natuurlijk wel een boel mensen omgekomen, maar het conflict werd toch voornamelijk met informatie uitgevochten.

ad III. Het bedrag dat jaarlijks omgaat in de internationale handel is $4000 miljard. Daarvan is $1000 miljard communicatie gerelateerd.

ad IV. Het werelddorp zoals Marshal McLuhan schreef is een prettige metafoor maar is volstrekt onjuist. Het kenmerk van een dorp is dat je alles weet van de anderen. In het werelddorp verkrijg je je kennis bijna uitsluitend via professionele bemiddeling, de journalisten kaste. Je weet bijzonder weinig uit de eerste hand van een wereldbewoner op een ander continent.

Trends

Digitalisering

Deregulering

Consolidering

Globalisering

Wat is digitalisering, in plaats van analoge frequentie golven wordt informatie vertaald in nullen en enen. Een grotere betrouwbaarheid.

Privatisering. Steeds meer voorheen staatsmonopolies worden opengebroken en er wordt geprivatiseert. Bijvoorbeeld bij de telecoms. Vroeger was een kruissubsidie van de dure internationale telefonie die de prijzen van de nationale telefonie laag kon houden. De eerste wordt nu duurder en de lokale telefonie is de afgelopen jaren alleen maar duurder geworden. Dit is een negatieve consequentie, een grotere efficiency bij dit soort bedrijven is natuurlijk wel positief.

De laatste tijd is er een tendens tot relativering van de zaligmaking van de vrije markt. Naar aanleiding van de crisis in Mexico. Men ziet in dat een sterke staat wel een voorwaarde is van een succesvolle economie. Mexico is het schoolvoorbeeld waar op grote schaal veel geprivatiseerd, gedereguleerd is. De vrije markteconomie zou de oplossing voor alle problemen zijn. Maar goed onderwijs voor iedereen, wetshandhaving etc. zijn een absolute voorwaarde. Dit verklaart de grote kracht van de aziatische tijgers, waar de staat sterk is gebleven en waar de vrije markt alleen op bepaalde gebieden de vrije hand krijgt.

ad III. Concentratie, het ontstaan van conglomeraten. Omdat bedrijven op internationale markt moeten opereren zijn er grote investeringen nodig. De regel is dat je zo'n 15% marktaandeel nodig hebt voor een renderende investering... Daarom moet men samenwerken of fuseren om te kunnen overleven. Het is helemaal niet zo dat ondernemingen dolgraag elkaar dood concurreren, ze werken liever samen om de taart te verdelen en zo te kunnen overleven. Wat een buzzwoord was is 'synergie' het combineren van verschillende marktelementen om een meerwaarde te behalen. Bijvoorbeeld de productie en de distributie bezitten. De japanners hebben flink aankopen gedaan in de US entertainment industrie bijvoorbeeld. Dat is wel mislukt door de cultuur/managementstijl verschillen.

Je kan je vragen gaan stellen of een monopolie wel zo goed is voor onafhankelijke nieuwsvoorziening. NBC is bijvoorbeeld eigendom van General Electric. GE bouwde weer het wapentuig waar NBC met de Golfoorlog jubelend over berichtte. Je kan je afvragen of NBC wel kritisch had kunnen zijn ten aanzien van GE het moederbedrijf.

ad IV. In plaats van globalisering kan je beter praten over regionalisering. Er is wel meer internationale handel, maar die is voornamelijk tussen regio's. In dat verband is het ook aardig op te merken de kracht van de nationale culturen in bijvoorbeeld de muziekindustrie. Er zijn in Mexico en Italie artiesten populair die rechtstreeks concurrenten blijken van Madonna, de Jacksons ed.

grapje: ook zielig trouwens, loop je een plek in Europa mis, is je kans op een baan bij de NAVO mislukt, krijg je een leerstoel 'Globalisering' iets dat helemaal niet bestaat!

Naar aanleiding van dit alles hanteren we de naam: internationalisering.